search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Uw partner in scheepsverven @nelfpaints


www.nelfmarine.nl


WEEK 30-31 22 JULI 2015


‘WEL EEN BINNENVAARTSLUIS, MAAR GEEN BINNENVAARTVRIENDELIJK BELEID’


ASV: Nieuwe sluis Terneuzen schaadt de belangen van de binnenvaart


ROTTERDAM ‘De nieuwe sluis in Terneuzen, die voorheen een zeesluis werd genoemd, moest gekenmerkt worden als een binnen- vaartsluis om een bijdrage van tientallen miljoenen euro’s subsidie uit het TEN-T pro- gramma van de Europese Commissie veilig te stellen. Het wordt echter een binnenvaart- sluis zonder binnenvaartvriendelijk beleid’, aldus de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV).


In haar zienswijze op het Ontwerptracébe- sluit (OTB), dat de ASV op dinsdag 7 juli heeſt ingediend bij het Platform Participatie van de Nederlandse overheid, stelt de organisa- tie dat ‘tijdens de bouw van de nieuwe sluis de belangen van de binnenvaart geschaad worden en ook na voltooiing blijſt er sprake van een significante verslechtering. Dit geldt zowel voor het ligplaatsenbeleid als voor de te verwachten wachttijden in verband met het schutten’. De ASV pleit dan ook in haar zienswijze voor vlot en veilig kunnen passeren zonder lange wachttijden, voldoende veilige wacht- en overnachtingsplaatsen en voldoen- de ligplaatsen voor een periode langer dan een overnachting. Volgens de ASV zijn deze belangen in het OTB onderbelicht en wanneer de plannen worden uitgevoerd zoals ze er nu liggen komen die zeker in het geding.


Dubbele functie nieuwe sluis De Europese Commissie heeſt in het Witboek Transport (2011) de ambitie uitgesproken voor een significante verschuiving van vervoer over de weg naar vervoer over water. Om deze ambitie van de EC waar te kunnen maken is het volgens de ASV van groot belang dat er in de binnenvaart sprake is van betrouwba- re reistijden. ‘In het OTB is ervoor gekozen om, net als in de huidige situatie, de nieuwe sluis een dubbele functie te geven. Naast de functie als schutsluis worden de sluizen bij een hoog waterpeil in het Kanaal van Gent naar Terneuzen gebruikt als spuisluis, wat schutten onmogelijk maakt, ondanks dat er onder andere door ons is aangedrongen op een separate spuivoorziening. Door kli- maatverandering versterkt door verbreding en rechttrekken van de regenrivieren Leie en Schelde komen er in de toekomst grote hoeveelheden water, in een kortere periode vanuit België en Noord-Frankrijk, dat via het Kanaal van Gent naar Terneuzen moet worden afgevoerd. België en Frankrijk zijn daar mede


verantwoordelijk voor, doordat die landen hun spuicapaciteit hebben verwaarloosd. Vroeger loosden deze landen rechtstreeks op zee dan wel de Zeeschelde. Nu ligt er een stuw in Evergem waardoor er geloosd wordt op het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Door deze situatie moet Terneuzen vaker en langer spuien’. Alhoewel het OTB in de nieuwe situatie spreekt van zo mogelijk hinder voor de scheepvaart tijdens spuien, is de ASV van mening dat over de dubbele functie van de sluizen niet toekomstgericht gedacht is en voor de binnenvaart in toenemende mate zal zorgen voor oponthoud. De ASV pleit er in haar zienswijze dan ook voor om in strijd met de 3 mogelijke opties voor de wijze van bouwen in ieder geval zorg te dragen voor een separate spuivoorziening.


Buiten bedrijf stellen middensluis In een gesprek met de Vlaams- Nederland- se Scheldecommissie (VNSC) heeſt de ASV vernomen dat voor de bouw van de nieuwe sluis, vanaf 2017, de middensluis permanent zal komen te vervallen. De spuifunctie die de middensluis nu heeſt zal tijdens de bouw wor- den opgevangen door een nieuw te leggen, tijdelijk, spuikanaal naast de oostsluis. Indien nodig zal een van de overgebleven sluizen eveneens worden gebruikt voor spuien. De ASV vindt het opmerkelijk dat na het voltooi- en van de nieuwe sluis dit spuikanaal komt te vervallen. De argumentatie hiervoor is dat het spuikanaal te dicht bij de nieuwe sluis uitmondt, waardoor er hinder ontstaat bij het in- en uitvaren van de nieuwe sluis. ‘De investering die wordt gedaan om te komen tot het tijdelijke spuikanaal zou meer gerecht- vaardigd zijn als het geen tijdelijk, maar permanent spuikanaal zou zijn’, aldus de ASV. ‘Voor de binnenvaart betekent het echter wel dat er in een periode van 4 tot 5 jaar slechts 2 schutsluizen overblijven. De situatie bij de sluizen in Terneuzen is op dit moment al nijpend. De wachttijden voor de sluizen zullen in die periode zeer hoog oplopen’. In het OTB heeſt de ASV niet kunnen ontdekken dat er rekening is gehouden met de consequenties die de binnenvaart ondervindt van dergelijke wachttijden. ‘De binnenvaart en haar klanten zullen grote economische schade ondervin- den door lange wachttijden als gevolg van het wegvallen van de middensluis’.


Voldoende wacht- en overnachtingsplaatsen


Los van de economische schade als gevolg van de zeer lange wachttijden na het wegval- len van de middensluis, krijgen schippers vol- gens de ASV ook te maken met het vraagstuk waar het schip kan liggen om te wachten voor de sluizen, dan wel overnachten in het kader van de vaar- en rusttijdenwet. ‘In het eerder genoemde gesprek met de VNSC is ter sprake gekomen, dat vóór de bouw van de nieuwe sluis wachtplaatsen zullen worden gereali- seerd bij de westsluis, zowel in de binnen- als buitenvoorhaven, waarbij er wellicht een aantal overnachtingsplaatsen komen zonder voorzieningen (drijvende steigers zoals op de Schelde bij Antwerpen). Gezien de intensiteit van het scheepvaartverkeer kan nu al worden vastgesteld dat de gecreëerde wachtplaatsen ontoereikend zullen zijn’.


Voormelding schutten Om de wachttijden bij de sluizen enigszins in de hand te houden wil Rijkswaterstaat dat er tijdens de bouw zes uur voor aankomst wordt gemeld voor het schutten. De ASV is van mening dat er in theorie een sluisplanning ge- maakt kan worden van zes uur vooruit en dat schepen ‘onderweg’ kunnen blijven liggen, maar dat zo lang op voorhand melden voor de sluizen in de praktijk een ‘hopeloze boel’ wordt. ‘Er zal dan geen sprake kunnen zijn van schutten op basis van ‘rechtvaardige beurt. Er zijn zoveel variabelen in de aanvaarroutes en omstandigheden waardoor het voor het bedienend personeel op de sluizen onmo- gelijk is om een rechtvaardige planning te maken waarin zes uur vooruit wordt gekeken’. De wens van Rijkswaterstaat dat schepen bij een tekort aan wachtplaatsen bij de sluizen ‘onderweg’ blijven liggen, getuigt volgens de ASV tevens aan het ontbreken van kennis en ervaring uit de praktijk met betrekking tot de aanwezigheid van wachtplaatsen en de vaar- en rusttijdenwet.


Problemen na voltooiing De ASV heeſt in de zienswijze ook haar zorg geuit over de situatie na voltooiing van de sluis. ‘Wanneer de nieuwe sluis klaar is zal het sluizencomplex in Terneuzen voor decennia voldoende schutcapaciteit hebben, zo blijkt uit de prognoses. Maar wij hebben wel een zorg over de wacht- en overnachtingsplaat- sen. Bestudering van het OTB wijst uit dat er in de nieuwe situatie evenveel lengte zal zijn voor wachten en overnachten als in de


huidige situatie, echter zal een gedeelte verschoven zijn naar de buitenvoorhaven. Het is duidelijk dat er bij normale om- standigheden minder wachtplaatsen nodig zullen zijn, omdat er een grotere schutcapaciteit zal zijn. Althans, voor schepen die liggen te wachten op schutten. Voor schepen die willen/moeten overnachten of anderzijds ligplaats willen nemen, is nu al te weinig ruimte. In de toekomst zullen meer en grotere schepen een plek nodig hebben om te overnachten e.d. door de komst van het nieuwe Seine-Nord-kanaal en de groei van onder andere de Gentse haven’. De ASV trekt dan ook de conclusie dat behoud van lengte en geen uitbreiding bij de sluizen van Terneuzen een versobering zal brengen voor de binnenvaart.


‘Daarbij zullen veel schippers niet graag op de overnachtingsplaatsen in de buitenvoor- haven liggen. Door weersomstandigheden en passerende schepen zal het vaak niet mogelijk zijn in de buitenvoorhaven rustig te overnachten. Veel ligplaatsen zullen ook geen afloop krijgen naar de wal. Hierdoor kunnen schippers niet aan de wal om bijvoorbeeld boodschappen te doen of de hond uit te laten. Tevens kunnen hulpdiensten vanaf de wal niet bij het schip komen zonder vaartuig. Het is algemeen bekend dat de hulpdiensten op het water veel langer nodig hebben om ter plaatse te zijn dan de landelijke eis aan de wal’. Daarnaast is het voor de ASV stuitend om te moeten constateren dat er in het OTB geen enkele rekening wordt gehouden met de sociale behoeſten van de binnenvaart. ‘In het OTB is geen enkele regel waaruit blijkt dat er ligplaatsen voor langere tijd dan één overnachting in de plannen voor de nieuwe sluis zijn opgenomen’.


Onder de aandacht In de afgelopen periode van inzage heeſt de ASV tevens de landelijke en regionale politiek benaderd over dit onderwerp. Zo stuurde de ASV eerder brieven aan de Provinciale Staten van Zeeland en aan de Vaste Kamercommis- sie van I&M, sprak met de Scheldecommissie op 9 juni jongstleden, sprak in bij de verga- dering van de Economische Commissie van de provincie Zeeland en heeſt bij Provinciale Staten haar zienswijze toegelicht en gepleit voor herziening van de plannen.


Provincie Zuid-Holland investeert in schonere Waterbus


ROTTERDAM De vloot van de Waterbus wordt verduurzaamd. De provincie Zuid-Holland heeſt daarvoor een subsidie verleend van ruim 1,4 miljoen euro, waarvan de Drechtsteden 275.000 euro bijdraagt. De motoren van in totaal 6 schepen worden vervangen, waardoor de uitstoot van fijnstof met minimaal 90 procent en stikstofoxiden met minimaal 80 procent worden gereduceerd. Dit draagt bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Het betreſt de schepen die varen op de verbinding tussen Dor- drecht en Rotterdam (lijn 20) en op de lijnen binnen de Drechtsteden.


Gedeputeerde Rik Janssen: “Gebruik van openbaar vervoer is op zichzelf al duurzaam. Na aanpassing van de Waterbus-vloot is het helemaal een duurzame keuze. Deze investering versterkt de functie van het openbaar vervoer en levert een positieve bijdrage aan de luchtkwaliteit”.


De provincie verleent de subsidie vanuit de subsidieregeling Provinciaal Actieprogramma Luchtkwaliteit Zuid- Holland. Doel van deze subsidieregeling is om met maatregelen gericht op het personen- en goederenvervoer de luchtkwaliteit te verbeteren. Voor deze regeling is in totaal 3.575.000 euro gereserveerd. De exploitant van de Waterbus, Aquabus B.V., gaat 6 bestaande waterbusboten voorzien van nieuwe motoren met behandelingstechnieken waarbij de uitstoot van fijnstof met minimaal 90 procent en stikstofoxiden met minimaal 80 procent wordt gereduceerd ten opzichte van de huidige emissies van de Waterbus- vloot. De nieuwe motoren zijn onder andere voorzien van roetfilters. In het najaar wordt gestart met de ombouw van het eerste schip. De overige schepen volgen in 2016. Door geleidelijke ombouw heeſt de ombouw geen invloed op de dienstregeling.


5


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38