WEEK 30-31 22 JULI 2015


LILIAN VAN HIELE: “SCHULDSANERING LEIDT OOK TOT KRITIEK”


Steunpunt Binnenvaart zet alle opties op een rij en helpt zo goed als mogelijk


ROTTERDAM Steunpunt Binnenvaart heeſt de afgelopen jaren tientallen mensen en bedrij- ven geïnformeerd en begeleid die moesten of wilden stoppen omdat ze enorme schul- den hadden. Sinds de oprichting in 2005 kwamen er 1556 hulpvragen binnen. Vorig jaar kwamen er 259 hulpvragen binnen, waarvan 140 te maken hadden met financiële zaken. Steunpunt Binnenvaart gaat naar de mensen toe, zet alle opties en consequenties op een rij en helpt mensen vervolgens bij alles wat op hen afkomt.


Steunpuntcoördinator Lilian van Hiele benadrukt dat stoppen met varen echt heel ingrijpend is. “Je bent niet alleen je schip, je bedrijf, je inkomen kwijt maar ook je huis en je manier van leven. Om nog maar te zwijgen van het gevoel gefaald te hebben en het ‘gezichtsverlies’”. Nadat aan boord alle zaken op een rij gezet zijn, helpt/begeleidt Steun- punt Binnenvaart met alle zaken die geregeld moeten worden. Van Hiele: “We gaan, als mensen dat willen, mee naar de bank en als er meerdere schuldeisers zijn mee naar de sociale dienst van de gemeente waar zij hun domicilie hebben om schulds- anering aan te vragen”. Ze benadrukt tevens dat met de bank heel goed te praten is. “Voor mensen die ‘normaal’ geleefd hebben en door de crisis in de problemen zijn gekomen valt vaak goed te pra- ten over een oplossing. Er zijn goede regelingen te treffen. De samenwerking met de banken is goed”. Het steun- punt


13


Hiele: “Wij adviseren mensen dan ook om ons ruim voor ze stoppen of overwegen te stoppen te bellen, zodat we mee kunnen denken wat voor hen de beste opties zijn. Zo kunnen ze de juiste voorzorgsmaatregelen nemen. Uiter- aard vertrouwelijk. Net als Philip Vijfhuize van Vijfhuize Sales & Business Support B.V. in het artikel ‘Vijfhuize Sales & Business Support B.V. helpt MKB’ers in financiële nood’ vertelt, zegt ook Van Hiele dat het mensen vaak veel rust geeſt als ze weten wat er op hen afkomt én wat het ergste is dat kan gebeuren. Soms lukt het de meeste schuldeisers nog te betalen en vervolgens een goede regeling te treffen. Van Hiele: “Wat in ieder geval niet verstandig is, is de sleutels bij de bank op tafel gooien en ruzie zoeken”.


Schuldsanering Wat betreſt de mogelijkheden van de schuld-


Bron: Jaarverslag Steunpunt Binnenvaart 2014


is volgens Van Hiele niet zo gecharmeerd van allerlei onbekende bureaus of bedrijven die mensen helpen met het saneren van hun schulden. “Je kunt beter naar de afdeling schuldhulpverlening van je gemeente gaan. Als het nodig is gaan wij even met de men- sen mee”. Elke gemeente heeſt een afdeling schuldhulpverlening, die moet je helpen. Als ze zelf geen afdeling hebben, wordt doorver- wezen naar een instantie die dat wel kan. Dit wordt door de gemeente betaald.


Restschulden Volgens Van Hiele is het een groot


probleem dat men pas de schulds- anering in kan als de restschul- den bekend zijn. “Die weet je echter pas als het schip verkocht of geveild is. In de tussentijd loop je het risico op juridische procedures en beslagleggingen door andere schuldeisers. Als je daar goed op reageert en er netjes mee omgaat komen we daar


echter meestal wel uit”. Als er toch


vervelende beslagen volgen, wordt de rechter om hulp gevraagd met het


aanvragen van het eigen faillissement en omzetting naar de wettelijke schulds- anering. Volgens Van Hiele komt er veel kij- ken bij het stop-


Lilian van Hiele. Foto Archief Scheepvaartkrant


Bron: Jaarverslag Steunpunt Binnenvaart 2014


pen met varen. Het belangrijkste is daarbij: zorgen voor een inkomen en een dak boven het hoofd. Ook daar biedt het Steunpunt Binnenvaart hulp. Van Hiele: “Als er geen werk te vinden is, rest soms alleen een bijstandsuit- kering, wat heel lastig is voor een zelfstandig ondernemer, of een uitkering voor oudere zelfstandigen”. Volgens de Steunpuntcoördi- nator is het handig als mensen al ingeschre- ven staan voor een huurwoning omdat er bijna geen urgentie meer wordt verleend. Van


sanering blijſt Van Hiele wat voorzichtig. Er is immers best aardig wat kritiek. “Er zijn veel grote schepen en men vindt het wel makkelijk dat ze nu maar ‘even’ de schuldsanering in gaan terwijl ze eerst de markt voor kleinere schepen verpest hebben. Echt makkelijk is de schuldsanering niet. Je houdt echt een minimumbedrag over om van te leven. Na de ‘schone lei’ die je na drie jaar krijgt, houdt je nog vijf jaar een BKR-registratie (Bureau Krediet Registratie). Dat is ook niet prettig”. Momenteel merkt het Steunpunt dat het aantal mensen dat moet/wil stoppen sinds dit voorjaar flink afneemt. Toch blijven er proble- men als bijvoorbeeld ‘de motor eruit loopt’ of klasse gemaakt moet worden en de bank niets meer wil doen. Meer informatie over Steunpunt Binnenvaart is te vinden op www. steunpuntbinnenvaart.nl


IN FINANCIËLE NOOD oorgaan?


is er een hoger beroep termijn van acht dagen. Volgens Vijfhuize komt optie twee in zijn praktijk echter niet vaak voor. “Ik heb al honderden za- ken gehad en daarbij is het misschien twee keer voorgekomen dat iemand niet is toegelaten tot de WSNP”. Hij benadrukt tevens dat de schuldei- sers geen rol spelen op de zitting.


Slecht beeld Volgens Vijfhuize hebben mensen over het al-


gemeen een slecht beeld van de mogelijkheden van de WSNP. ‘Dan moeten we van een paar tien- tjes in de maand rondkomen’, wordt er gedacht. Volgens de bedrijfsadviseur is dit echter niet waar. “Het zit tussen de oren van mensen”. Daar- bij benadrukt hij: “Je hebt geen goedkeuring van de bank nodig om in de schuldsanering terecht te komen. Dat is ook iets wat tussen de oren van schippers zit”. Het basisinkomen van iemand in de WSNP is 90 procent van de bijstandsnorm*, waarop nog een aantal correcties komen zoals woonkosten en diverse toeslagen. Voor iemand die werkt is dit 95 procent van de bijstandsnorm. Als een klant het WSNP-traject ingaat, berekent een bewindvoerder welk bedrag er maandelijks gehouden mag worden om de vaste lasten te


betalen, het zogenoemde ‘vrij te laten bedrag’. Het bedrag dat overblijſt wordt gestort op de ‘boedelrekening’. Het bedrag op deze rekening is bedoeld om schuldeisers terug te betalen en om de bewindvoerder te betalen. Een rekenvoor- beeld laat zien dat een gezin (vader, moeder en twee kinderen) 2.160 euro per maand mag houden. Vijfhuize: “Ik zal vertellen; er zijn veel ondernemers die het met minder in de maand moeten doen”. Als iemand ervoor kiest om te stoppen, belt Vijfhuize de bank en zegt: “Wij zijn gestopt en willen een afspraak maken voor de afwikkeling. Als er schepen in het spel zijn, biedt de bank deze aan op een veiling. Hierbij mogen banken zich als eerste verhalen op de opbrengst vanwege hun recht van hypotheek op het schip”. Vijfhuize weet te vertellen dat de schepen van Blonk uiteindelijk zijn verkocht aan een buiten- lands bedrijf. De schepen mogen alleen varen buiten de rivieren waar Nederlandse schippers varen, dat is ook met andere schepen van zijn klanten gebeurd.


Verantwoording Volgens Vijfhuize wijzen veel schippers vaak met


hun vinger naar ‘de bank’. Hij benadrukt echter dat er ook een grote verantwoording bij de schippers zelf ligt. “We leven momenteel in een kapitaalintensieve wereld. Schepen zijn zwaar gefinancierd met weinig eigen geld en de waar- de van het schip als onderpand is enorm afgeno- men”. Vijfhuize spreekt tevens over zijn over het algemeen goede samenwerking met Rabobank. “Bij Rabobank kun je in het algemeen echt heel goed praten over oplossingen, in vergelijking


met andere banken is het met afstand de fijnste bank als het gaat om het afwikkelingstraject. Wim Blonk is wat dat betreſt een bijzonder dossier. Het is jammer dat de Rabobank voor schippers die stoppen liever aanstuurt op een WSNP dan op een onderlinge oplossing”. De standaard looptijd van de WSNP is drie jaar. Elke maand moet de persoon in de WSNP een informatieformulier invullen. Een uiterste


inspanning mag volgens Vijfhuize verwacht wor- den want de prijs, een schone lei, is groot. Meer informatie is te vinden op www.vijfhuize.nl of www.wsnp.rvr.org


*In de situatie gehuwd of samenwonend in de leeſtijd 21 jaar tot AOW-leeſtijd is de bijstands- norm 100% van het minimumloon. Het mini- mumloon voor de leeſtijd van 23 jaar en ouder bedraagt 1.507,80 euro bruto.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38