WEEK 36-37 3 SEPT 2014
Nog veel overtredingen bij scheepsbouw en –reparatiewerven
DEN HAAG De Inspectie SZW heeſt bij 101 van de 115 geïnspecteerde scheepsbouw- en reparatiewerven overtredingen gecon- stateerd. De meeste overtredingen hadden te maken met een onveilige werkomgeving. In de sector zijn ruim 900 bedrijven actief. De inspectie controleert risicogericht, zodat het beeld niet representatief is voor de hele sector.
D
e inspecties vonden plaats in 2013. Ook in 2008 zijn in deze sector inspecties geweest. Er werden 68 scheepsbouw- en reparatiebedrijven
bezocht, 40 jachtbouwbedrijven en 7 aan de scheeps- en jachtbouw verwante bedrijven. Van deze bedrijven bleken er 101 (88 pro- cent) niet in orde. Dit betreſt de totale groep geïnspecteerde bedrijven, zowel op scheeps- werven als op jachtwerven. Inspecteurs troffen hier risicovolle situaties aan en er is dan ook handhavend opgetreden. Bij 41 bedrijven is zowel in 2008 als in 2013 gecontroleerd, waarbij bij 39 bedrijven weer overtredingen zijn vastgesteld. De Inspectie constateert dat het totale aantal overtre- dingen in 2008 hoger lag dan in 2013. Ook de ernst van de overtredingen was in 2013 minder groot dan in 2008. Weliswaar laten de resultaten een lichte verbetering in de sector zien, maar zowel de Inspectie SZW als Scheepsbouw Nederland erkennen dat er nog een flinke verbeterslag nodig is. Met de sector heeſt de Inspectie afgesproken dat de sector actiever de bedrijven gaat informeren
Valgevaar
Er is onvoldoende aandacht voor valgevaar, het werken met gevaarlijke stoffen en het veilig werken met machines en arbeidsmiddelen. Archieffoto Scheepvaartkrant.
en stimuleren om de arbeidsomstandighe- den te verbeteren. Veel overtredingen heb- ben te maken met het niet voldoende veilig werken in ruimtes met gevaar voor verstik- king, bedwelming, vergiſtiging of brand. Het gaat dan vooral om het niet of verkeerd
IVR-Schependatabank online
ROTTERDAM De IVR heeſt recentelijk haar schependatabank vernieuwd. Met de im- plementatie van het zogenaamde IVR Sche- penInformatieSysteem (ISIS), kan zowel de gebruiker als de eigenaar via internet toegang tot de scheepsgegevens krijgen.
Zoals bekend beheert de IVR sinds meer dan 125 jaar een schepenregister, waarin de ge- gevens van de binnenvloot zijn opgenomen. Deze gegevens worden op verschillende ma- nieren gepubliceerd en beschikbaar gesteld aan derden. Met het recentelijk vernieuwde IVR SchepenInformatieSysteem zijn deze gegevens ook via internet toegankelijk. De vernieuwing biedt de mogelijkheid om geactualiseerd inzage te krijgen in de daarin opgenomen scheepsgegevens.
Actualiseren De actualisering van de gegevens geschiedt gedeeltelijk op basis van eigen bronnen en waarnemingen en samenwerking met registrerende overheden. Teneinde de actualiteit te waarborgen en meer inzage te verkrijgen in aanvullende scheepsgegevens wordt in het vernieuwde systeem ook aan de scheepseigenaar de mogelijkheid geboden, om de gegevens te actualiseren. Door mid-
del van een gepersonaliseerde code krijgt de scheepseigenaar toegang tot de gegevens van zijn schip/schepen en de mogelijkheid om deze te actualiseren. Onder het motto ‘een beeld zegt meer dan 1000 woorden’ biedt het systeem tevens de mogelijkheid, foto’s van schepen en specifieke onderschei- dende kenmerken alsmede een link naar een website op te laten nemen. Als extra service biedt het systeem aan de eigenaar een persoonlijke en vertrouwelijke digitale ‘Safe’ voor elk schip.
Van groot belang Informatie speelt in de huidige tijd een belangrijke rol. Ook voor de binnenvaart is het van groot belang om over betrouw- bare gegevens te beschikken. Met actuele scheepsgegevens kan onder meer aan beleidsmakers inzage in de ontwikkeling van de binnenvloot worden geboden. Actuele voorbeelden zijn de beslissingen ten aanzien van technische regelgeving, zoals de op handen zijnde vernieuwing van de emis- sienormen van scheepsmotoren. Het IVR verzoekt iedere ondernemer dan ook zijn gegevens te actualiseren. Nadere informatie over de schependatabank en het inloggen is te vinden op
www.ivr.nl.
Opnieuw gratis MARIN testtijd voor Maritieme MKB’ers
WAGENINGEN In 2014 bood MARIN gratis tanktijd aan zes maritieme MKB’ers voor het testen van innovatieve ideeën. Vanwege het succes heeſt MARIN besloten dit in 2015 weer te doen. Het aanbod is bedoeld voor MKB’ers die een nieuw maritiem concept willen onderzoeken: om te kijken of het werkt, om het te verbeteren of om het te demonstreren. MARIN wil met dit initiatief Nederlandse MK- B’ers helpen een belangrijke stap te maken in de ontwikkeling van hun innovatie.
Geïnteresseerde bedrijven kunnen zich mid- dels het aanmeldingsformulier inschrijven met een beschrijving van hun concept en de tests die ze zouden willen uitvoeren. De deadline is 1 november 2014. MARIN selecteert zelf uit de inzendingen de meest innovatieve en kansrijke projecten. Het gaat om nieuwe ideeën en concepten, niet om optimalisatie van bestaan- de ontwerpen en ontwerptesten; daar zijn MARIN’s normale projecten en tarieven voor. De mogelijke projecten zijn breed: van nieuwe voortstuwingsconcepten tot systemen voor slimme operaties onderwater of energieop- wekking op zee. In 2014 werd de gratis tanktijd aangeboden aan Sea Support, MonoBaseWind, Mocean Offshore, Cybernetica, AntiRoll en Van Oossanen Naval Architects. Een deel van de proeven is ondertussen uitgevoerd, de rest is gepland.
Twee weken tanktijd De zes geselecteerde projecten krijgen alle- maal twee weken tanktijd (inclusief voorberei- dingen en testtijd) in het MARIN Concept Basin (200m lang, 3.8m breed en diep) of het MARIN Shallow Water Basin (220m lang, 15.6m breed
en tot 1.1m diep). De twee weken tanktijd is inclusief een ervaren experimentator, die de systemen bedient en de klanten helpt bij het uitvoeren van de proeven. Daarnaast krijgt de klant een ééndaagse workshop met een ervaren MARIN Projectleider en een Project Engineer. Met elkaar bespreken ze het concept, de beste aanpak van de proeven en de beno- digde ondersteuning door MARIN. Het totale aanbod van MARIN is ruwweg 40.000 euro waard per project. Klanten kunnen hun eigen modellen meenemen en zelf meewerken bij de proefuitvoering. MARIN kan ook modellen maken, maar die moeten dan wel worden betaald. Datzelfde geldt voor analyses en rap- portage door MARIN. Ervaring in 2014 leert dat deelnemers zelf nog zo’n 20.000-30.000 euro investeren in deze proeven. MARIN’s aanbod voor gratis testtijd helpt de MKB klant om deze belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van hun concept makkelijker te maken.
Confidentieel Alles gebeurt confidentieel en de kennis die wordt opgedaan tijdens de proeven is geheel van de MKB’er zelf. Het MARIN-aanbod is ook geen overheidssubsidie. MARIN ziet het als haar bijdrage aan Nederlandse maritieme innovatie: MARIN heeſt moderne faciliteiten en is het grootste onafhankelijke maritieme testinstituut in de wereld. MARIN werkt voor grote reders, werven en energiemaatschappij- en. Die faciliteiten en ervaring wil MARIN graag inzetten om Nederlandse maritieme MKB’ers vooruit te helpen. De deadline voor aanmelden is 1 november 2014. Voor meer informatie over dit initiatief kunt u contact opnemen met Jaap de Wilde, 0317-493493 /
j.dewilde@
MARIN.NL
uitvoeren van metingen, die noodzakelijk zijn om te bepalen of men de ruimte veilig kan betreden. Maar ook is er onvoldoende aandacht voor valgevaar, het werken met gevaarlijke stoffen en het veilig werken met machines en arbeidsmiddelen.
Bij één bedrijf is het werk direct stilgelegd en een boete opgemaakt omdat er sprake was van ernstig val- gevaar voor de werknemers die op een schip aan het werk waren. Bij 15 andere werven werden bepaalde werkzaamhe- den tijdelijk stilgelegd. Ook hier betroffen de overtredingen vooral valgevaar en het werken met machines die onvoldoen- de waren afgeschermd. Op het schip in aanbouw waar het werk moest worden stilgelegd werden op het achterdek las- en montagewerkzaamheden verricht. Er was op meerdere plaatsen sprake van valgevaar. Zo waren er sparingen in het dek aangebracht, onder andere voor de toegang tot het lager gelegen dek. Hier was duidelijk sprake van valgevaar met een valhoogte van ongeveer 6 meter. Tevens bleken er rondom het dek geen veilige steigers, stellingen, bordessen, of werkvloer, noch een hekwerk, leuning of andere voorzieningen aangebracht, waar- door ook daar sprake was van valgevaar. De werkzaamheden op het achterdek zijn stilgelegd vanwege ernstig valgevaar voor de personen die daar aan het werk waren. Zij mochten niet eerder aanvangen, dan nadat er veiligheidsvoorzieningen aangebracht waren. Dit is meteen door de werf opgepakt. Later op die dag hebben de inspecteurs geconstateerd dat er hekwerken aangebracht waren en kon de stillegging worden opgeheven.
As- best In het project is bij scheepsrepa- ratie- en onder- houdswerven ook gelet op de wijze waar- op het bedrijf aandacht aan asbest besteedde, met name in de risico-inventari- satie en -evaluatie. Uit eerdere inspecties van de ILT is gebleken dat er bij reparatie en onderhoud door de werven nog onvoldoende aandacht wordt gegeven aan de mogelijke asbestblootstelling. In dit project bleek bij 13 werven de RI&E op het punt van asbest onvoldoende. In 8 gevallen ontbrak het onderwerp asbest in de RIE, 3 keer had het bedrijf geen asbestprotocol en in 2 geval- len moesten de werknemers een opleiding krijgen om asbest te herkennen.
Werven die eerder overtredingen hadden worden momenteel bezocht voor een herinspectie.
Nederland krijgt 95 miljoen voor infrastructuur
DEN HAAG Nederland krijgt 95 miljoen euro subsidie van de Europese Unie voor 18 verschillende infrastructuurprojecten die Nederlandse betrokkenheid hebben of in Nederland worden gerealiseerd. Zo komt er bijna 1 miljoen euro beschikbaar om de opknapbeurt van de Twentekanalen voor te bereiden. Daarnaast is 5,5 miljoen euro beschikbaar voor een studie naar het ver- helpen van het knelpunt voor de scheep- vaart bij de Calandspoorbrug.
Daarnaast worden er miljoenen vrijgemaakt zodat Nederland samen met andere landen kan investeren in intelligente transportsy- stemen om vervoer binnen Europa efficiën- ter te maken. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld navigatiesystemen ontwikkeld worden zodat vrachtwagenchauffeurs sneller weten op welke routes vertraging op kan treden en waar de beveiligde parkeerplekken het makkelijkst te bereiken zijn. Ook krijgt Nederland subsidie om samen met andere landen een netwerk van tankstations voor waterstof aan te leggen langs belangrijke doorvoerwegen. Hierdoor kan de introductie van waterstofvoertuigen in Europa versneld worden. Er gaat ook geld naar projecten met schonere schepen die op LNG varen. Behalve voor deze schepen is er ook geld beschik- baar gesteld voor een netwerk van LNG-vul- punten voor binnenvaart en zeevaart.
TEN-T Het gaat om een toewijzing door de Europese Commissie uit het subsidie- programma voor het Trans-Europese Vervoersnetwerk TEN-T. Dit programma heeſt als doel om binnen de Europese Unie tot één grensoverschrijdend netwerk
5
voor vervoer over land, water en door de lucht te komen. De projecten zijn door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangedragen. In totaal krijgen 106
projecten binnen de Europese Unie zo’n 320 miljoen euro toegewezen. Gemiddeld bedraagt de subsidie voor projecten met een Nederlands belang 31 procent.
ADN-SAFETY COMMITTEE IN GENÈVE POSITIEF OVER WIJZIGINGSVOORSTEL CBRB EN TRANSAFE
Einde onduidelijke regels binnenvaartvervoer reefers & gevaarlijke stoffen
GENÈVE De binnenvaart vervoert al jaren op een veilige manier koelcontainers, ook wel reefers genoemd. Deze ver- voersstroom groeit, evenals het vervoer van gevaarlijke stoffen in containers. De combinatie van de ontstekingsbron aan de reefer en gevaarlijke stoffen in contai- ners heeſt de laatste jaren tot interpreta- tieverschillen van regelgeving geleid. Het gaat om een tegenstrijdige passage in het ADN rond het vervoer van gevaarlijke stoffen en reefers in een schip. Daar- door is er bij handhaving diverse malen verbaliserend opgetreden. Op initiatief van Nederland en Duitsland heeſt de ADN-werkgroep ‘Explosieveiligheid’ de bestaande relevante voorschriſten uit het ADN doorgenomen. Geconcludeerd werd dat deze voorschriſten niet een- duidig zijn, en een grondige verbetering behoeven. Het CBRB heeſt samen met Transafe dit wijzigingsvoorstel geschre- ven. Doelstelling was een einde maken aan onduidelijke regels.
In het voorstel van CBRB en Transafe worden mogelijkheden beschreven om gevaarlijke stoffen en reefercontainers veilig aan boord van een schip te ver- voeren. Hierbij is ook gekeken hoe het in de zeevaart is geregeld. De elektrische installatie van een reefercontainer wordt als mogelijke ontstekingsbron gezien, tenzij deze van een EX-beschermd type is. In de praktijk komt dit laatste zelden voor. Er is gekeken naar de gevarenklassen van de ADN-goederen en afstanden die ten aanzien van de reefer, als mogelijke ont- stekingsbron in de stuwagevoorschriſten, kunnen worden opgenomen. De voorge- stelde wijzigingen betreffen ADN 7.1.3.51.4 Elektrische inrichtingen en ADN 7.1.4.4 Samenladingsverbod.
Goedkeuring voorstel Het voorstel is op woensdag 27 augustus gepresenteerd aan het ADN Safety Com- mittee. Hiervoor is in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu
een animatiefilmpje gemaakt. In Genève is positief op deze verbetering van ADN-re- gels gereageerd. Naar verwachting zal de wijziging, met enkele geringe aanpassin- gen, in het ADN 2017 komen.
CBRB:
Nu al anticiperen op nieuwe regelgeving Hoewel de nieuwe regels pas in 2017 in zouden kunnen gaan, pleit het CBRB ervoor eerder volgens de verbeterde regelgeving te werken. Er kan bijvoor- beeld anticiperend worden gehand- haafd tot inwerkingtreding van de nieuwe regels. Ook zouden landen af- spraken kunnen maken voor de komen- de tweeënhalf jaar in een multilaterale overeenkomst.
u
Bekijk in de e-paper de animatie film
Uw partner in scheepsverven @nelfpaints
www.nelfmarine.nl
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32