WEEK 34-35 19 AUG 2015
Jacques Delhay niet te spreken over actieplan Frans vaarwegennet
ROTTERDAM Onlangs hebben BLN (KSV-IA/ NPRC/ELV) een stappenplan opgezet en op 7 juli met de CNBA besproken. Het gaat om een plan met betrekking tot het ‘revitalise- ren’ van het Franse vaarwegennet. Het zou uiterlijk 2018 afgerond moeten zijn en het vaarwegennet voor de komende vijſtig jaar productiever en technisch betrouwbaar moeten maken. Jacques Delhay (La Glissoi- re) spreekt van een zinloos plan, zolang er in de plannen geen vereiste wordt vastgelegd om te komen tot een fatsoenlijk vrachtprijs- niveau.
Om het Franse vaarwegennet te revitaliseren moet volgens het actieplan onder andere: - de publieke opinie en mentaliteit in Frankrijk middels een meerjarencampagne worden omgeswitcht ten gunste van vervoer over de vaarwegen, - een toekomstvisie en een revitaliserings- plan voor nieuwe en bestaande (Freycinet) vaarwegen worden opgesteld, - een constructieve dialoog worden aange- gaan met VNF, waarbij BLN zijn ideeën, part- nerschap en financiële bijdrage aanbiedt, - een vertrouwensrelatie worden opge- bouwd tussen BLN-CNBA-VNF en de Franse verladers en gelobbyd worden in Frankrijk, België en Brussel, om de volgende concrete projecten uit te voeren: * Sluizen terug in orde brengen voor de volgende vijſtig jaar * Het voorkomen van watergebrek.
Specifiek het herstellen van: 1. een obstakelvrije Ardennen-Maas-route voor een inzinking van 2.20 meter zonder beperkingen breedte/lengte); 2. de bevaarbaarheid van het Canal lateral à la Marne en Canal de la Marne à la Saône voor een inzinking van 2,20 meter; 3. de betrouwbaarheid van het Canal des Vosges (door het opknappen van de sluizen); 4. de betrouwbaarheid van het Canal du Rhône au Rhin middels een gegarandeerde diepte van/uit de Doubs. Hiervoor het advies inwinnen van een expert.
Verder het voorkomen van langdurige strem- mingen en breedte/lengte-beperkingen.
Reactie Delhay Delhay noemt het in absolute zin een interes- sant idee: krachtenbundeling om een beleids- verandering op het gebied van investeringen in de kleine binnenwateren te bewerkstelligen. “Maar schokkend dat het de Hollanders zijn, vertegenwoordigers van belangen, die zeer verschillend zijn van die van onze Franse particuliere schippers, die het voortouw daarin nemen. Waarom niet geluisterd naar La Glissoire, dat herhaaldelijk heeſt gewezen op de idee dat de CNBA aan alle Franse partners (regio’s, Kamers van Koophandel, verkozen
ambtenaren, media, structuren, toerisme, economische actoren...) rondom de vaarwe- gen een proces van bezinning en lobby zou moeten voorstellen om tot verandering van beleidskeuzes te komen. Of om de voorstellen van Danièle Rouganne van EPF (http://www.
entreprendre-fluvial.com) over de herstruc- turering van het vervoer over water op hun waarde te beoordelen in plaats van zonder dis- cussie terzijde te schuiven. Nu presenteert BLN ons een niet bij voorbaat slecht actieplan, ge- baseerd op ‘deelnemen aan een constructieve dialoog met VNF’. Een uitgebreid programma, de toverfurmule suggererend, waarmee onze kanalen onderhouden gaan worden. Maar we doen niet anders dan in dialoog te gaan met VNF”, aldus een verontwaardigde Delhay. Hij vraagt zicht vervolgens af of Nederlandse ver- laders formules hebben waarmee de ‘dialoog’ het bouwen van kanalen tot gevolg heeſt. “De ASV ontbreekt in de lijst van organisaties bin- nen BLN. De ASV bevat echter ook een groot aantal kleine schepen die regelmatig onze Freycinet-kanalen bevaren (hoeveel zijn dat er binnen BLN?). Contact met ASV leert, dat hun meningsverschillen met BLN diepgaand zijn betreffende de doelstellingen van BLN, die dikwijls veraf staan van de belangen van de vervoerders en veel dichter bij de grote finan- ciële belangen (banken, klanten, havens,...), en dat BLN een structuur is met vooral respect voor de overwegingen van de Nederlandse regering”, aldus Delhay. Er ontbreekt volgens hem dat ‘revitalisering van kleine waterwegen’ alleen zinvol is als de kwestie van de beloning van de vervoerder met dezelfde kracht wordt nagestreefd. “Alleen meer tonnen vervoeren om tegen een lagere vrachtprijs te kunnen va- ren? Is dat een leuk vooruitzicht? Een vergeten ‘detail’? Voorzitter Didier Leandri van de Eu- ropese verladersvereniging EBU (alias UINF), tevens voorzitter van de CAF (Comité van de reders in de Franse binnenvaart) onderte- kende de klacht tegen de Belgische kostprijs- wet, welke door de EU in behandeling werd genomen. Tekenend voor de opstelling van de EU in deze. Duidelijk is dat de grote reders, samen met de opdrachtgevers en de financiële wereld, als leeuwen vechten tegen elke vorm van zekerheid in prijsvorming voor schippers. Extra pijnlijk wordt het als men weet dat de leiding van de CNBA een handreiking gedaan heeſt naar het CAF met het oprichten van TFF (TransFluviaux de France): de wolf en het schaap. Aldus mijn kanttekeningen bij dit in de voorgestelde vorm onnatuurlijk lijkende samenwerkingsvoorstel: ik heb niets tegen het idee om met een (of meer) partner(s) ‘de bin- nenvaart in Frankrijk op de kleine waterwegen op de kaart te zetten’, maar op voorwaarde dat we de teugels van de operatie zelf in de hand houden. Als het is om, zoals met TFF, bij anderen aan het lijntje te lopen, zie ik er geen enkel belang in”, zo besluit Delhay.
13
Bediening Kreekraksluizen vanaf Neeltje Jans
De Kreekraksluizen bediend vanuit de Nautische Centrale Neeltje Jans.
REIMERSWAAL De Kreekraksluizen worden volledig bediend vanuit Nautische Centrale Neeltje Jans. De Kreekraksluizen zijn de eerste grote binnenvaartsluizen die Rijkswa- terstaat op afstand, met moderne techniek vanuit een Nautische Centrale bedient. Jaarlijks passeren 70.000 binnenvaartsche- pen deze sluizen in de Schelde-Rijnverbin- ding tussen Rotterdam en Antwerpen.
Rijkswaterstaat bouwt met het project MOBZ de bruggen en sluizen in Zeeland om zodat zij op afstand bediend kunnen worden vanuit twee Nautische Centrales. Deze centrales staan op Neeltje Jans voor de objecten ten noorden van de Westerschelde en in Terneuzen voor de objecten ten zuiden ervan. Het project MOBZ vernieuwt daar- naast aandrijvingen en besturingen van de rijksbruggen- en sluizen in Zeeland. Daarmee is de betrouwbaarheid en veiligheid gegaran- deerd voor de toekomst. Alle onderdelen die MOBZ aanpakt, voldoen straks aan Europese veiligheidsregels op het gebied van machi- neveiligheid. Voor deze ombouw zijn de Oostkolk van de Kreekraksluizen drie weken in maart gestremd geweest, en de Westkolk drie weken in mei, gestremd geweest. Daarna zijn de nieuwe installaties getest op betrouw- baarheid.
Wat volgt nog Vier recreatiesluizen zijn in 2009 aangepast en worden vanuit de Nautische Centrale Neeltje Jans bediend. Dit zijn de Bergsediepsluis,
Zandkreeksluis, Grevelingensluis en Room- potsluis. Na de Kreekraksluizen volgen in 2016 de Westsluis en Oostsluis van Terneuzen en de Post- en Vlakebrug over het Kanaal door Zuid-Beveland. De bediening werkt van- uit de nieuwe bediencentrale in Terneuzen. Rijkswaterstaat ontwikkelt een aanpak voor de sluizen Hansweert, draaibruggen Sluiskil en Sas van Gent en de Krammersluizen.
Waarom De scheepvaart vertegenwoordigt een enorm economisch belang in Nederland in het alge- meen en in Zeeland in het bijzonder. Rijkswa- terstaat wil de scheepvaart zo goed mogelijk begeleiden van A naar B, met een vlotte doorstroom, door een gehele corridor. De zo- genaamde blauwe golf, vergelijkbaar met een groene golf uit het wegverkeer. Ook wil Rijks- waterstaat objecten efficiënter inzetten, met minder personeel. MOBZ maakt dit mogelijk voor de bruggen en sluizen in Zeeland.
Techniek Veiligheid heeſt uiteraard de hoogste priori- teit. Door onder ander het gebruik van mo- derne cameratechniek, omroepinstallaties, marifoons, radar en het identificatiesysteem AIS heeſt de bedienaar een zeer compleet beeld van de sluis, zelfs al zit hij op een plek tientallen kilometers van het object. Hij of zij kan vanaf verschillende hoeken kijken en de beelden beslaan een groot gebied. Hierdoor ziet de bedienaar in de nieuwe situatie meer dan in de oude situatie.
Breukelerbrug succesvol vervangen
Nieuwe aanmeerplaatsen op komst voor binnenvaartschepen in Brugge
BRUGGE Waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV is op maandag 17 augustus begonnen met de bouw van aanmeervoor- zieningen voor binnenvaartschepen op het kanaal Gent-Oostende in Brugge. Schippers kunnen daardoor in de toekomst vlot en veilig overnachten vlakbij het centrum van de stad.
Sinds de invoering van de aangepaste sper- tijden eind vorig jaar is er behoeſte aan extra aanmeerplaatsen voor binnenvaartschepen. Door de komst van deze overnachtingsplaatsen kunnen schippers zich gemakkelijker langs de waterkant leggen in functie van de spertijden en blijven de wachttijden voor schepen richting de zeehavens van Brugge en Oostende zoveel mogelijk beperkt. De twee aanmeerplaatsen komen tussen de Lappersfortstraat en de brug
van de R30 over het kanaal Gent-Oosten- de en mogen enkel gebruikt worden voor eenmalige overnachtingen door beroeps- vaartuigen. Voor beide wachtplaatsen is er walstroom voorzien. De werken zijn begon- nen op maandag 17 augustus en zijn zonder onvoorziene omstandigheden eind oktober klaar. Uit veiligheidsoverwegingen wordt het jaagpad ter hoogte van de werken ingeno- men als werfzone, maar fietsers en voetgan- gers kunnen steeds passeren via de tijdelijke verharding naast het bestaande jaagpad. Zowel tijdens de aanleg als de opbraak van het tijdelijke fietspad naast het bestaande jaagpad wordt een omleiding voorzien voor fietsers zodat de aannemer op een veilige manier kan werken. De kostprijs van de aan- meervoorzieningen bedraagt 600.000 euro.
BREUKELEN Rijkswaterstaat heeſt de Breukelerbrug over het Amsterdam- Rijnkanaal in de nacht van zaterdag 15 op zondag 16 augustus succesvol gewisseld voor een nieuwe brug. Ruim duizend toeschouwers trotseerden de regen en kwamen kijken.
Zaterdagavond om 22 uur werd de scheepvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal stilgelegd. De oude brug is langzaam opgevijzeld, op een ponton geplaatst en uitgevaren. De nieuwe brug werd eveneens op een ponton aangevoerd en op zijn nieuwe plek ingevaren. Tussen uit- en invaren kon de scheepvaart passeren, schippers hielden goed rekening met de klaarliggende nieuwe brug en passeerden voorzichtig. Na het invaren is de brug via afvijzelen op de pijlers en landhoofden geplaatst. Om 7.30 uur, een half uur vroeger dan gepland, was ook het begeleidend materieel aan de kant en kon de eerste scheepvaart onder de nieuwe brug doorvaren.
‘Ik blijf tot de nieuwe brug erin zit’ Publiek keek massaal vanuit het ingerichte kijkpunt en zag de aankomst van de nieuwe brug, het uitdraaien van de oude brug en de passage van de oude langs de nieuwe brug op het kanaal. De regen deerde het publiek niet. “Ik heb lang in de regen gestaan, maar mijn geduld is beloond, geweldig om dit mee te maken”, klonk veelvuldig. Een toeschouwer op een stoeltje diep weggedoken in zijn poncho: “ik ben 59 jaar bijna iedere dag over deze brug gegaan en ook nog over zijn voorganger, de draaibrug. Ik heb een thermoskannetje bij me en blijf tot de nieuwe brug erin zit”. De nieuwe brug weegt 1000 ton. De brug is bijna 14 meter breed, de boog ruim 8 meter. De lengte van de hele brug is ruim 138 meter, de boog 88 meter. De wegindeling van de nieuwe brug is veiliger met een breed fietspad in twee richtingen en een apart voetpad. De doorvaarthoogte is hoger (9.10 meter) zodat in de toekomst op de hele route vierlaags containerschepen kunnen passeren.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34