20
ROTTERDAM Nederland Maritiem Land (NML) is op zoek naar jonge ambassadeurs, die een jaar lang het boegbeeld van de maritieme sector willen zijn. Zij vormen het gezicht naar jongeren met interesse voor de maritieme wereld, maar zijn ook het jonge boegbeeld voor de sector.
Met ruim 17 miljard euro omzet en bijna 200.000 arbeidsplaatsen is de maritieme sector van groot belang voor de Nederland- se economie. Binnen deze sector is grote behoeſte aan jongeren met interesse voor de maritieme wereld, die een opleiding en baan binnen dit vakgebied ambiëren. Om te laten zien hoe leuk en aantrekkelijk het is om in deze sector te werken, heeſt NML het afgelo- pen jaar voor het eerst gebruik gemaakt van jonge ambassadeurs. Zij werden ingezet voor het openen van beurzen en tentoonstellin- gen en gingen veelvuldig bij bedrijven op be- zoek. Deze ‘Young Maritime Representatives’ hebben als taak om op een laagdrempelige manier inzicht te geven in de mogelijkheden binnen hun sector. Het afgelopen jaar werd deze rol vervuld door maritieme studenten Coen en Michelle, maar voor het nieuwe stu- diejaar is NML op zoek naar nieuwe gezich- ten. Studenten wordt daarom opgeroepen om zich kandidaat te stellen als de nieuwe ‘Young Maritime Representative’ voor het studiejaar 2014/2015.
Aanmelden Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via
www.maritimebyholland.nl, de jonge- rensite van Nederland Maritiem Land. Bij aanmelding wordt gevraagd of studenten zich op ludieke wijze kunnen presenteren via sociale media, zodat zij zich op deze manier extra kwalificeren als kandidaat voor het jongerenambassadeurschap. De inschrijving is open tot 15 juli 2014. Begin september wordt bekend gemaakt welke jongere(n) de volgende maritieme ambassadeurs zijn. Het maritieme cluster biedt volgens de laatste cijfers werk aan ongeveer 200.000 personen. Daarmee vormen de werknemers van het cluster 2 procent van de totale werkgele- genheid in Nederland. Scholieren kunnen hier aan het werk komen via opleidingen op diverse niveaus, variërend van Regionale Opleidingscentra, Middelbare- en Hogere Be- roepsopleidingen tot Universitaire opleidin- gen. Voor hen ligt een mooie carrière in het verschiet binnen de sector, waar nog steeds veel behoeſte is aan jonge instromers.
AMSTERDAM Na een verdeeld jaar rekenen de Noord-Europese havens op nieuwe overslaggroei in 2014. Terwijl de verwachtingen voor de interna- tionale handel positief zijn, hebben verschillen in energieprijzen en de termijnmarkt een toenemende impact op de overslag. Ook staat de havens intensievere concurrentie in het con- tainervervoer te wachten. Per saldo zal de havenoverslag in Noord-Europa dit jaar naar verwachting met enkele procenten toenemen.
Van de grote havens hebben Hamburg en Antwerpen het afgelopen jaar met 6 procent en 4 procent de hoogste overslaggroei weten te realiseren. In Antwerpen kwam de toename vooral van de minerale olie, in Hamburg van de containeroverslag. De Rotterdamse haven bleef hier met een nagenoeg sta- biele overslag bij achter. Vijf jaar na de crisis is Rotterdam echter sterker uit het dal geklommen dan de andere havens.
Droge bulk Het afgelopen jaar zorgde groei van droge bulk (met name kolen) vooral in Nederlandse havens voor groei. Door beschikbaarheid van goedkoop schaliegas in de Verenigde Staten is de kolenprijs laag en vinden veel kolen hun
WEEK 20-21 14 MEI 2014
Jonge maritieme ambassadeurs gezocht Zeehavens rekenen op nieuwe groei
weg naar de energiecentrales. Hierdoor groeide de overslag van deze stroom vorig jaar met dubbele cijfers. Tegelij- kertijd wordt hierdoor minder ruwe olie in de Europese raffinaderijen verwerkt, wat vooral in Rotterdam een drukkende factor is. Ook in 2014 zal deze ontwikke- ling het beeld blijven beïnvloeden.
Containervervoer Voor het belangrijke containervervoer is de verwachting dat de overslag in de Hamburg – Le Havre range in 2014 met 3 procent zal toenemen. Antwerpen verwacht met de herstructurering van de vaarschema’s door de top-3 rederij- en Maersk, MSC en CMA-CGM meer van de grootste containerschepen te gaan ontvangen ten koste van Rotterdam.
Hier staat tegenover dat de ingebruik- name van de Tweede Maasvlakte in de loop van het jaar mogelijk in Rotterdam een gunstig effect zal hebben. Hamburg lijkt daarnaast een sterke positie als ‘transhipmenthaven’ (zee-zeevervoer) in te gaan vullen.
Machiel Bode, sectormanager Trans- port & Logistiek: “Gegeven de grotere overcapaciteit in containerterminals betekent dit dat de onderlinge concur- rentie de komende tijd zal toenemen.”
Michelle van der Wees.
LNG oefenlocatie in Rotterdamse haven
ROTTERDAM Falck, gespecialiseerd in advisering en trainingen op het gebied van het bestrijden van calamiteiten en ongelukken in de industriële en publieke sector, is begonnen met de bouw van een oefenlocatie voor de bestrijding van calamiteiten met Liquefied Natural Gas (LNG, vloeibaar aardgas). Het Havenbedrijf Rotterdam en de gezamenlijke brandweer in het havengebied zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van de oefenlocatie. Brandweerkorpsen, medewerkers en bedrijfshulpverleners in de (petro) chemische industrie, weg- en watertransportsector en bij op- en overslagbe- drijven, kunnen vanaf september 2014 in een realistische omgeving oefenen en trainen in het bestrijden van incidenten met LNG.
LNG is op weg om dé brandstof te worden voor wegtransport en scheepvaart. Het past in het Europese beleid voor schonere brandstof. Het is niet alleen scho- ner maar ook goedkoper dan diesel. De investeringen in de productie, opslag en het vervoer van LNG nemen in Nederland fors toe. Deze ‘groene groei’-ont- wikkeling is van strategisch belang voor Nederland. Voorwaarde daarbij is dat de veiligheid rondom LNG wordt geborgd. Daarom zet Falck haar kennis (in nauwe samenwerking met Falck RPI uit Engeland) en samenwerkingsnetwerk actief in. Het resultaat daarvan is de bouw van deze LNG-oefenlocatie. De eer- ste in Nederland. Primagaz is verantwoordelijk voor de eerste levering van LNG ten behoeve van de Falck-oefenlocatie.
Calamiteitenbestrijding LNG Aardgas wordt vanuit gasvelden getransporteerd naar LNG-fabrieken aan land (zogenaamde liquefaction terminals). Daar wordt er LNG van gemaakt en ver- volgens bij extreem lage temperaturen (-162° C) getransporteerd naar opslag- terminals (regasification terminals) voor verdere distributie naar de klanten. LNG is reuk- en kleurloos, niet giſtig en niet bijtend. De gevaren liggen vooral op het gebied van ontvlambaarheid na verdamping in gasvorm, bevriezing en verstikking. De training die Falck heeſt ontwikkeld, bereidt hulpverleners voor op het handelen en bestrijden van LNG-lekkages op land of water. Wat gebeurt er als de gasdamp ontvlamt? Wat gebeurt er als LNG met water wordt geblust? Wat doet de extreem lage temperatuur met de persoonlijke bescherming? Hoe bestrijd je een LNG brand. Vanaf september dit jaar kunnen hulpverleners deze omstandigheden in een realistische omgeving ervaren. Deze maand zullen de eerste testen op de oefenlocatie plaatsvinden.
Opening Het oefenterrein is een uitbreiding van de bestaande Falck-oefenlocatie aan de Beerweg 101 op de Maasvlakte in Rotterdam. Het Havenbedrijf Rotterdam heeſt hiervoor speciaal grond beschikbaar gesteld. In een veilige omgeving. De officiële opening in september wordt verricht door burgemeester Aboutaleb van Rotterdam.
Gebroken schip geborgen
LOMM Het binnenvaartschip Confid dat op 6 mei in een zijarm van de Maas, in een hoogwatergeul bij Lomm was gebroken en gezonken is op woensdag 15 mei door een bok van Mammoet weer boven water gehaald. Nader onderzoek moet uitwijzen waardoor het schip gebroken is.
Het schip had een lading grind geladen toen het doormidden brak. Bij het ongeval kwam
veel gasolie vrij uit de brandstoſtank. Ver- spreiding van de gelekte gasolie werd met behulp van oliebooms in de hand gehouden. Een daarin gespecialiseerd bedrijf zorgde er voor dat de olie wordt opgeruimd. De opvarenden en hun hond bleven ongedeerd. De auto van het zinkende schip is door een ander schip van boord gehaald en geborgen.
Foto Ria Kauwenberg
Samenwerking Rotterdam en Rijnland-Palts H
et Havenbedrijf Rotterdam, de deelstaat Rijnland-Palts en de havenbedrijven Ludwigshafen/ Rheinland-Pfalz hebben onlangs
een Gemeenschappelijke Verklaring on- dertekend. Hierin spreken zij af om samen de ontwikkeling van de stromen tussen Rotterdam en Rijnland-Palz te benaderen, samen de binnenvaart en het gebruik van LNG in het goederenvervoer te stimu- leren en om samen op te trekken in de Duitse verkeerspolitiek. De delegatie uit Rijnland-Palts werd geleid door verkeer- sminister Roger Lewentz en bestond uit verkeersspecialisten van CDU, SPD en de Groenen uit het deelstaatsparlement, de havendirecteur van Ludwigshafen, Frans Jozef Reindl, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en regionale media.
Tussen Rotterdam en Rheinland-Pfalz gaat jaarlijks 17 miljoen ton heen en weer, vooral per binnenschip. Dat is 15 procent van alle goederen tussen Rotterdam en Duitsland. Er zijn al acht terminals in de deelstaat aangesloten bij InlandLinks, het Rotterdamse achterlandnetwerk voor containers. Het Havenbedrijf Rotterdam heeſt zich de afgelopen jaren ingespannen om de vier Duitse deelstaten langs de Rijn meer met elkaar en met Rotterdam te verbinden. Zij delen belangen zoals verschuiving van lading naar spoor en binnenvaart en investeringen in infrastruc- tuur. Een sterke band met de Rijncorridor geeſt Rotterdam ook een stevigere positie in de Duitse politiek.
Toename containerstroom De goederenverkeerscorridor tussen Rot- terdam en Genua is één van de belangrijk- ste van Europa en loopt over en langs de Rijn, dwars door Rijnland-Palts. De Duitse delegatie informeert zich tijdens het tweedaags bezoek aan Rotterdam over de toekomststrategie van de Rotterdamse haven en de gevolgen voor het goederen- verkeer. „De containerstroom zal zich de komende 20 jaar ruim verdubbelen. De logistieke afhandeling hiervan vereist effi- ciënte logistieke concepten en voldoende infrastructuur. Ons doel is om in 2035, 65 procent van de containers over spoor en binnenwater aan- en af te voeren, nu is dat ongeveer 52 procent. Vermindering van emissies, fijnstof en geluid, is een drij- vende factor. Stimulering van het gebruik van LNG in het goederenvervoer is een pri- oriteit”, aldus Emile Hoogsteden directeur Containers, Breakbulk en Logistiek van het Havenbedrijf.
Samenwerking logisch Het Havenbedrijf Rotterdam, de deel- staat Rijnland-Palts en de havenbedrijven Ludwigshafen/Rheinland-Pfalz gaan regelmatig informatie en ervaringen uitwisselen om beter op de toenemende goederenstromen op de Europese noord- zuid verkeersassen in te kunnen spelen. „Alleen al de geografische situatie met Rotterdam aan de monding van de Rijn en Rijnland-Palts in het midden ervan, maakt een nauwere samenwerking logisch. Zeker vanwege de sterke belasting van het
milieu in het dal van de midden-Rijn door geluid van het spoor zouden goederen wanneer ook maar enigszins mogelijk over de Rijn vervoerd moeten worden”, benadrukte minister Lewentz na de ondertekening van de verklaring. Doel is om vooral de verdere ontwikkeling van het vrachtverkeer in het achterland van de Rotterdamse haven gemeenschappelijk en afgestemd te benaderen.
Infrastructuur Rijnland-Palts Volgens minister Lewentz loopt Rijn- land-Palts vooruit op de ontwikkelingen door twee projecten in te dienen voor het nationale Duitse infrastructuurplan 2015: een alternatief goederenspoortra- cé met minder geluidsoverlast en een optimalisering van de vaargeul van de Rijn tussen Mainz en St. Goar. Hierdoor kunnen de binnenvaartschepen bij lager water meer lading vervoeren. Hiernaast constateert hij dat de openbare havens in de deelstaat goed voorbereid zijn op de toenemende goederenstromen. In de afgelopen jaren is door veel containerter- minals flink geïnvesteerd in uitbreiding van de capaciteit. Op deze basis wordt het logistieke concept van Rijnland-Palts verder ontwikkeld. „Momenteel staat in Ludwigshafen Kaiserwörthhafen de volgende terminaluitbreiding op het punt van beginnen”, zei bedrijfsleider Franz Reindl van de havenbedrijven Ludwigs- hafen am Rhein. De capaciteit neemt toe van ongeveer 75.000 naar rond 139.000 eenheden per jaar.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32