This page contains a Flash digital edition of a book.
10 Hoger beroep tegen bouw terminal Verbrugge


ZEEBRUGGE De Vogelbescherming Vlaan- deren heeſt maandag 19 mei hoger beroep aangetekend tegen voortzetting van de bouw van de nieuwe terminal van Verbrug- ge Terminals in Zeebrugge. De Vogelbe- scherming vreest dat de nieuwe terminal leidt tot een afname van 28 procent van de broedpopulatie van mantel- en zilver- meeuwen.


Het hoger beroep is zowel gericht op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de stad Brugge van 22 april waarin een milieuvergunning werd verleend aan de nv Verbrugge Terminals Zeebrugge als tegen de beschikking van 18 april 2014, op tegenspraak gewezen door de voorzit- ter van de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, zete- lend in kortgeding. De Vogelbescherming Vlaanderen beroept zich op artikel 10 van het Vlaamse Soortenbesluit van 15 mei 2009, waarin staat dat het verboden om deze beschermde vogelsoorten opzettelijk en betekenisvol te verstoren ‘in het bijzonder tijdens de perioden van de voortplanting, de afhankelijkheid van de jongen, de overwin- tering en tijdens de trek’. “Het verstorings- verbod heeſt een algemene strekking, maar tijdens de voornoemde periodes is absoluut meer aandacht vereist voor dit verbod”, aldus de Vogelbescherming.


INBO “Uit het advies van het Instituut voor Na- tuur- en Bosonderzoek (INBO), een over- heidsinstantie gespecialiseerd in natuuron- derzoek, volgt dat de verdere uitbreiding van de havenactiviteiten en dus ook de exploitatie van de stouwerij en assembla-


ge-activiteiten het broedgebied van de meeuwen in de haven van Zeebrugge verder zal verstoren. De laatste jaren broedde het grootste deel van de Zeebrugse meeuwen- populatie op de terreinen van Verbrugge Terminals Zeebrugge en APM Terminals, m.n. 57 procent van de kleine mantelmeeu- wen en 55 procent van de zilvermeeuwen. De exploitatie van het projectgebied zal de broedende meeuwen significant verstoren: het INBO verwacht dat de exploitatie door Verbrugge Terminals Zeebrugge tot een re- ductie van ongeveer 28 procent van de Zee- brugse broedpopulatie van grote meeuwen leidt. Uit het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) blijkt dat het agent- schap, op basis van de ingediende passende beoordeling opgesteld door Verbrugge Terminals Zeebrugge, overtuigd is dat de broedlocaties voor meeuwen betekenisvol kunnen zijn verstoord door de exploitatie van de milieuvergunning. Een aanvullende passende beoordeling werd evenwel niet uitgevoerd”, vermeldt Vogelbescherming Vlaanderen op haar site.


Te laat “De vergunningverlenende overheid legt enkel ter remediëring van deze vastgestelde onzekerheid een bijzondere voorwaarde op waarbij een deskundige opdracht krijgt om binnen een termijn van acht maanden na het verlenen van de milieuvergunning na te gaan of de assemblage-activiteiten een verstorend effect uitoefenen op de vogelpopulatie in de haven. De vergunning- verlenende overheid omzeilt een toetsing aan het Soortenbesluit door deze discussie naar een ‘later onderzoek’ uit te stellen, op een moment dat de assemblage-activiteiten


reeds in volle exploitatie zijn. De meeuwen zullen niet tijdig, alvorens de vergunning is afgeleverd, beschermd worden tegen versto- ring door zware industriële activiteiten die overeenkomstig de milieuvergunning zullen plaatsvinden op de site en onherstelbare schade aan de meeuwenpopulatie veroor- zaken, hetgeen manifest strijdig is met de beschermingsmaatregelen geformuleerd in artikel 10 van het Soortenbesluit”.


Bezwaar Jan Rodts, algemeen directeur van Vogelbe- scherming Vlaanderen: “Tot onze verbazing kon de NV Verbrugge Terminals Zeebrugge – onder het toeziend oog van de bouwin- spectie, die nochtans had aangekondigd de bouwwerken ambtshalve te zullen stopzet- ten, zonder daartoe evenwel concreet over te gaan – probleemloos beginnen met bou- wen zonder milieuvergunning en bijgevolg ook zonder uitvoerbare stedenbouwkun- dige vergunning. Waar deze bouwwerken vervolgens op 20 maart door de kortgeding- rechter op eenzijdig verzoekschriſt werden stilgelegd, kregen wij op 18 april van de kortgedingrechter op derdenverzet te horen “dat niet valt aan te nemen dat de bevoegde diensten niet zullen optreden; (één van de) reden(en) waarom het rechterlijk bevel tot stopzetting werd opgeheven”. In het licht van het vandaag door ons aangetekende be- roep tegen de milieuvergunning en tegen de beschikking van de kortgedingrechter van 18 april , zou onze vereniging graag van de RWO (Vlaamse dienst voor Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed) willen vernemen waarom dit basisprincipe uit het vergunningenrecht niet door die diensten wordt gehandhaafd.”


Hulpbrug bij Jutphasebrug opengesteld voor verkeer


NIEUWEGEIN De hulpbrug bij de Jutpha- sebrug is op maandag 19 mei opengesteld voor het verkeer. Het weekend daarvoor heeſt Rijkswaterstaat deJutphasebrug letterlijk opzij geschoven en een hulpbrug geplaatst. Het werk is succesvol en volgens planning verlopen. De hulpbrug blijſt anderhalf jaar liggen.


De hele operatie wordt uitgevoerd om de Jutphasebrug de komende anderhalf jaar te kunnen renoveren op een manier waarbij het weg- en vaarwegverkeer daar slechts twee weekenden last van heeſt. De hulpbrug is geschikt voor hetzelfde verkeer als de Jutphasebrug zelf en heeſt dus ook een vrij- liggend fiets- en voetpad. Vrijdagavond 16 mei om middernacht werd de brug afgeslo- ten. Enkele uren later werd de circa 1400 ton zware Jutphasebrug ruim 15 meter zijwaarts geschoven. Tussen de verschoven brug en de trambrug werden zaterdag overdag vanaf beide oevers van het Amsterdam-Rijnka- naal delen (de aanbruggen) van de hulp- brug gebouwd, ieder circa 300 ton zwaar. Zaterdagavond werd het kanaal gestremd en de vooraf gemaakte hulpbrug zelf per ponton ingevaren en overdwars geplaatst. In de nacht werd de circa 400 ton zware hulp- brug langzaam omhoog gehesen. Zondag- ochtend rond 5.30 uur lag de hulpbrug op de goede hoogte vast en kon de scheepvaart, iets eerder dan volgens de planning, weer gaan varen. Zondag overdag is de brug


WEEK 20-21 14 MEI 2014


Dinsdag 6 mei is het nieuwe bunkerstation van Slurink verhuisd van Trico Shipyard naar de nieuwe ligplaats aan de Tweede Merwedehaven in Dordrecht.


Onderzoek naar betaalbare modernisering binnenvaartvloot


GORINCHEM Op dinsdag 13 mei werd op de beurs Maritime Industry in Gorinchem een bijeenkomst gehouden met presentaties over de mogelijkheden van modernisering van binnenvaartschepen. Dit is onder- deel van het Europese onderzoeksproject MoVeIT!


De hulpbrug bij de Jutphasebrug. Foto Rijkswaterstaat


verder aangesloten op de Taludweg en de Europalaan en voorzien van asfalt, hekwer- ken, verlichting etc. Na de laatste werkzaam- heden in de nacht kon de brug maandag- ochtend vroeg volgens planning open voor het verkeer.


Opknapbeurt De uitgeschoven Jutphasebrug (1936) krijgt op de plek waar hij nu ligt zijn opknapbeurt: de stalen constructie wordt versterkt, brug- dek en de opleggingen worden gerepareerd


en de gehele brug wordt opnieuw geschil- derd. Ook wordt de doorvaarthoogte met zo’n 45 centimeter verhoogd, hiervan is on- geveer 20 centimeter nu al met de hulpbrug overwonnen. Tijdens de renovatie ligt de brug extra hoog om vanaf de onderkant met een werkbak werkzaamheden te kunnen uitvoeren zonder hinder voor de scheep- vaart en wordt de brug tijdens schilderwerk- zaamheden in delen ingepakt zodat er geen verontreinigingen kunnen optreden. Eind 2015 is het werk helemaal klaar.


Het onderzoek richt zich op de verschillende facetten van een binnenvaartschip en het gebruik ervan. Er wordt onderzoek gedaan naar onder andere de scheepsstructuur, het scheepsontwerp, de motor en alternatieve brandstoffen, nieuwe diensten en het effici- ente gebruik van een schip. Binnen het Eu- ropese onderzoeksproject MoVeIT! werken 23 partners uit 9 Europese landen samen. Binnen dit project nemen eveneens vier binnenvaartondernemingen deel, namelijk ThyssenKrupp Veerhaven, de Hongaarse rederij Plimsoll, het Oostenrijkse Helogistics en het Franse CFT. Schepen van deze partij- en worden eerst doorgemeten en geanaly- seerd. Dit gebeurt onder andere door middel van CFD-berekeningen (computational fluid dynamics, computeranalyses), hiermee wordt de hydrodynamische prestatie van een schip geanalyseerd, waarin de stroming en weerstand worden berekend om te zien welke verbeteringen er gedaan kunnen worden. MoVeIT!-partners MARIN en DST zijn gespecialiseerd in het verrichten van zulke analyses. Vervolgens worden oplossingen voorgesteld aan de scheepseigenaren. De werking hiervan wordt in demonstratie- projecten getoond. Naast deze demonstra- tieprojecten wordt er vanuit MoVeIT! alles aan gedaan om de mogelijkheden hiervan inzichtelijk te maken voor de scheepseige- naar. Om inzicht te geven in de mogelijkhe- den die er zijn om zelf het binnenvaartschip te laten moderniseren en efficiënter te ge- bruiken werd er een bijeenkomst gehouden tijdens de beurs Maritime Industry. Tijdens deze bijeenkomst werden drie presentaties gehouden.


DBR en MAN Rollo tekenen samenwerkingsovereenkomst


DBR B.V., leverancier en bouwer van generatorsets en pompsystemen, en MAN Rollo gespecialiseerd in gas- en dieselmotoren hebben op de Maritime Industry 2014 beurs een samenwerkingsovereenkomst getekend.


DBR heeſt de opdracht ontvangen van Damen Shipyards Gorinchem voor de levering van 6 Generatorsets voor Bouwnummers 512014 en 15, Damen Stu 4013 en een optie voor nog 2 Bouw-


nummers. Voor het hulp vermogen levert DBR Generatorsets per Stu 4013 sleepboot 2 stuks MAN dieselmotoren type D2866LXE30 met een set vermogen van 286kVA per stuk en 1 stuks nood ge-


nerator set. Deze schepen van het type Stu4013 welke door Damen Shipyards zijn verkocht worden ingezet voor een offshore wind platform in Noord-Duits- land.


Efficiënter varen Meeuwis van Wirdum (MARIN), projectleider MoVeIT! en coördinator binnenvaart bij het maritieme onderzoeksinstituut MARIN, introduceerde het project en de ontwikke- lingen in de modernisering van de binnen- vaart. Daarnaast presenteerde hij de resulta- ten van de EconomyPlanner en collectieve vaardieptemetingen. Op dit moment wordt er een proef gedaan met een groep sche-


pen om collectief de actuele vaardiepten te meten. Dit moet uiteindelijk leiden tot een hulpmiddel, die de schipper real-time inzicht geeſt in de vaarwegcondities en hem helpt bij het optimaal afladen van zijn schip, een juiste reisplanning geeſt en daarmee zorgt dat hij efficiënter kan varen.


Analyse Karola van der Meij (MARIN) gaf een presen- tatie over de analyses, die plaats hebben gevonden in MoVeIT!. Om te bepalen wat er aan schip verandert moet worden, is het nodig om deze eerst door te meten en te analyseren. Dit gebeurt in vier stappen: Allereerst worden met experts diagno- sebijeenkomsten gehouden. Vervolgens vinden er metingen aan boord plaats om te bepalen wat het verbruik van een schip is, de verdeling van het gebruikte vermogen et cetera. Met behulp van CFD-berekeningen en met modelproeven kan er een beeld worden gecreëerd van de weerstand en de stroming die ontstaat.


Oplossingen Uiteindelijk leidt het onderzoek tot mogelij- ke oplossingen om een schip te verbeteren, die zorgen voor brandstofbesparing en emissiereductie. Robert Hekkenberg (TU Delſt) presenteerde de uitkomsten hiervan tijdens de bijeenkomst. Hij gaf hierbij de voorbeelden van de onderzochte schepen binnen MoVeIT!. Hierbij zijn voor de scheep- seigenaar de technische en economische haalbaarheid van de oplossingen doorbe- rekend. Dit zorgt dat het voor hem mogelijk is om op basis daarvan een beslissing te maken om eventueel te investeren in de oplossingen.


MoVeIT!


We houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen binnen MoVeIT!. Later dit jaar zullen we een leidraad presenteren, waarin u inzicht krijgt in de mogelijke oplos- singen en in welk geval dit interessant kan zijn. Tevens zullen de resultaten van MoVeIT! worden gepresenteerd op de EIWN-confe- rentie (European Inland Waterway Network), die van 20 tot en met 22 september plaats- vindt in Boedapest. Mocht u meer willen weten over MoVeIT!, dan kunt u terecht op www.moveit-fp7.eu of contact opnemen met Bas Kelderman van het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart op 010 798 98 30 of per e-mail b.kelderman@eicb.eu


Gent bekroond voor duurzame havenontwikkeling


DBR B.V. Lelystraat 53, 3364 AH Sliedrecht Postbus 1039, 3360 BA Sliedrecht T: 0184-613200 F: 0184-612654 E: info@dbr-bv.nl I: www.dbr-bv.nl


MAN Rollo B.V. Koraalrood 17 Postbus 595 2700 AN Zoetermeer T: 079-368 36 83 F: 079-361 49 02 www.manrollo.com


GOTHENBURG Op donderdag 15 mei heeſt het Havenbedrijf Gent, als eerste Belgische haven, het certificaat ‘Port Environmental Review System’ ontvangen. Het Havenbe- drijf kreeg het certificaat, tijdens de jaar- lijkse ‘ESPO Conference’ in Gothenburg, voor zijn duurzame havenontwikkeling waar havenactiviteiten, werken en wonen op elkaar worden afgestemd om samen te groeien naar meer welvaart. Om dit te verwezenlijken voert het tal van milieuac- ties uit en wordt de vooruitgang ervan stelselmatig opgevolgd volgens de strikte aanbevelingen van de Europese Organisa- tie van Zeehavens (ESPO).


De milieuacties van het Havenbedrijf wor- den gevoerd op het vlak van verontreinig- de terreinen, het beheer van haveninfra- structuur, de ontwikkeling van de haven, mobiliteit en logistieke organisatie, afval, calamiteiten, de relatie met de lokale ge- meenschap en wie bij de haven betrokken is, de kwaliteit van lucht en water, en de


ontwikkeling van natuur. Om al deze acties in goede banen te leiden en de voortuit- gang te kennen, volgt het Havenbedrijf de aanbevelingen van de ‘European Sea Ports Organisation’. ESPO ontwikkelde hier- voor een specifiek instrument, het ‘Port Environmental Review System’ of kort- weg ‘PERS’. Dit omvat een set richtlijnen, ontworpen voor en door Europese havens, om het milieubeleid te realiseren. Het Ha- venbedrijf Gent wil hiermee het strategisch plan 2010-2020 verder realiseren.


Milieurapport 2013 Het milieurapport 2013 van het Haven- bedrijf Gent brengt de ‘nulsituatie’ in beeld (jaar 2013) en beschrijſt met welke acties het Havenbedrijf vorm geeſt aan haar milieubeleid. Om de twee jaar zal er opnieuw gerapporteerd worden over de vorderingen en de milieusituatie in het havengebied. Het milieurapport 2013 is te raadplegen op www.havengent.be/milieurapport


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32